Posts tonen met het label nietige bedingen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label nietige bedingen. Alle posts tonen

Bedongen in de arbeidsovereenkomst.

1. Het beding van proeftijd.
Een arbeidsovereenkomst kan een proefbeding bevatten. De proeftijd situeert zich bij de aanvang van de arbeidsovereenkomst en laat werkgever en werknemer toe om na te gaan als de arbeidsverhouding haalbaar is. Indien dit niet het geval zou zijn, kan de arbeidsovereenkomst op een eenvoudige en snelle manier beëindigd worden. (zie verder)

Het beding van proeftijd moet wel schriftelijk vastgesteld worden en dit voor iedere werknemer afzonderlijk. Daarenboven moet een geschrift opgesteld zijn, uiterlijk op het tijdstip dat de werknemer in dienst treedt. Als sanctie geldt de nietigheid van het proefbeding.
De tewerkstelling onder het beding van proeftijd biedt aan de werknemer minder werkzekerheid, immers, zoals gesteld kan de overeenkomst zeer snel, en zonder dat de gewone regelen van opzegging van de overeenkomst moeten in acht genomen worden,
beëindigd worden. Teneinde misbruiken van niet realistisch korte of abnormaal lange proeftijden te voorkomen zijn in de wet minimum - en maximumtermijnen bepaald.
Voor arbeiders mag de proeftijd niet minder dan zeven en niet meer dan veertien dagen duren.
Voor bedienden is de minimumduur één maand en de minimumduur zes maanden wanneer het jaarloon niet hoger is dan twaalf maanden wanneer het jaarloon hoger is dan dit bedrag.
De duur van de proeftijd moet niet noodzakelijk in de individuele arbeidsovereenkomst bedongen worden, maar kan vastgelegd zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement. Is er op geen enkele wijze een duur van de proeftijd bepaald, of overschrijdt ze de maximum toegelaten duur, dan is de wettelijke minimumduur toepasselijk.
Wanneer de arbeidsovereenkomst niet beëindigd wordt tijdens de proeftijd, zal de arbeidsovereenkomst op dezelfde wijze verder uitgevoerd warden na het verstrijken ervan. De proeftijd mag niet hernieuwd worden. Het einde van de proeftijd brengt niet
automatisch het einde van de arbeidsovereenkomst met zich. De arbeidsovereenkomst kan tijdens de proeftijd wel geschorst worden (zie verder)

2. Het scheidsrechterlijk beding.
Zowel bij het aangaan, het uitvoeren als het beëindigen van een arbeidsovereenkomst is er altijd mogelijkheid van geschil tussen werkgever en werknemer. De arbeidsrechtbank is bevoegd kennis te nemen van de geschillen inzake arbeidsovereenkomsten.
Kunnen partijen evenwel ook een beroep doen op een scheidsrechter om hun geschillen te beslechten?
De wet op de arbeidsovereenkomsten verbiedt dit niet. Wat echter niet toegelaten is, is dat de werknemers en hun werknemers zich vooraf verbinden om eventueel toekomstige geschillen aan een scheidsrechter voor te leggen. Hierbij wordt uitgegaan van de idee dat de werknemer zich t.o.v. zijn werkgever in een te zwakke positie bevindt, om dergelijk beding in een overeenkomst, eventueel te weigeren. De wetgever heeft een uitzondering gemaakt voor hogere bedienden, dit zijn bedienden met een jaarloon hoger dan 50.544,00 Euro die met het dagelijks beheer van de onderneming zijn belast of in een afdeling of bedrijfseenheid van de onderneming beheersverantwoordelijkheid hebben.
Zij bevinden zich niet in een dergelijke ondergeschikte positie en derhalve kunnen zij rechtsgeldig een scheidsrechterlijk beding ondertekenen, voorafgaan aan elk geschil.

3. Het concurrentiebeding.
Wanneer een werknemer een onderneming verlaat zou het best mogelijk zijn dat hij zijn ex-werkgever gaan beconcurreren door de kennis die hij bij hem verworven heeft voor zichzelf of voor zijn nieuwe werkgever te benutten. Het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst moet dit voorkomen.
Een concurrentiebeding is een beding waarbij een werknemer de verbintenis aangaat bij zijn vertrek uit de onderneming geen soortgelijke activiteiten uit te oefenen, hetzij door zelf een onderneming uit te baten, hetzij door in dienst te treden bij een concurrerende werkgever, waardoor hij de mogelijkheid heeft de onderneming, die hij verlaten heeft, nadeel te berokkenen door de kennis, die eigen is aan die onderneming en die
hij op industrieel of op handelsgebied in die onderneming heeft verworven, voor zichzelf of ten voordele van een concurrerende onderneming aan te wenden.
Kan er in elke arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding ingelast worden ?
Voor arbeiders en bedienden moeten volgende regels in acht genomen worden :
in een arbeidsovereenkomst waarin het jaarloon niet overschrijdt, kan het niet rechtsgeldig
bedongen worden.
- Voor arbeidsovereenkomsten met een jaarloon tussen kan een concurrentiebeding enkel geldig bedongen warden voor die functies en categorieën van functies, die bij C.A.O. vastgelegd zijn.
- Een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst waarvan het jaarloon overschrijdt, kan geldig bedongen worden, tenzij het functies of categorieën van functies betreft die bij C.A.O. uitgesloten zijn.

Het concurrentiebeding moet schriftelijk aangegaan worden.
Sanctie op het niet naleven van deze verplichting is de nietigheid van het beding.
Daarenboven moet het geschrift de toepassingsmodaliteiten vermelden van de wettelijk gestelde geldigheidsvoorwaarden.

Deze geldigheidsvoorwaarden zijn:
1. het beding moet betrekking hebben op soortgelijke activiteiten

2. het moet geografisch worden beperkt tot de plaatsen waar de werknemer de werkgever werkelijk concurrentie kan aandoen, gelet op de aard van de onderneming en Haar actie-
radius.

3. het mag niet langer lopen dan twaalf maanden vanaf de dag dat de dienstbetrekking een einde heeft genomen.
Een concurrentiebeding toepassen houdt voor de werknemer een beperking in van zijn mogelijkheden op tewerkstelling. Vandaar ook de strikte geldigheidsvereisten. Zo zal een concurrentiebeding dat bepaalt dat geen enkele activiteit mag uitgeoefend worden welke
rechtstreeks of onrechtstreeks een concurrentie zou betekenen voor de werkgever, nietig zijn, omdat het veel to ruim geformuleerd is. Het beding kan enkel betrekking hebben op soortgelijke activiteiten en niet op alle concurrerende activiteiten.

4. het moet voorzien in de betaling van een enige en forfaitaire compensatoire vergoeding door de werkgever. Het minimumbedrag van de vergoeding is gelijk aan de helft van het
brutoloon van de werknemer, dat overeenkomt met de toepassingsduur van het beding.
De werkgever moet geen vergoeding betalen indien hij binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf het ogenblik van de stopzetting van de overeenkomst afziet van de toepassing van het concurrentiebeding.
De wetgever gaat ervan uit dat een werknemer tenminste enige tijd in de onderneming moet tewerkgesteld zijn vooraleer hij voldoende kennis opgedaan heeft om zijn werkgever daadwerkelijk te beconcurreren. Dit laatste zal niet het geval zijn wanneer hij nog in zijn proeftijd is zodat het concurrentiebeding geen uitwerking zal hebben indien de overeenkomst beëindigd wordt tijdens de proeftijd. Het heeft evenmin uitwerking wanneer de werkgever zelf aan de bron van de beëindiging ligt dit is bij beëindiging door de werkgever zonder dringende reden of door de werknemer met dringende reden.
Ondernemingen met een internationaal activiteitsveld of met belangrijke economische, technische of financiële belangen op de internationale markten, evenals ondernemingen die over een eigen dienst voor onderzoek beschikken kunnen voor wat hun bedienden betreft, onder bepaalde voorwaarden afwijken van de hierboven gestelde regeling van het concurrentiebeding en een afwijkingsbeding toepassen.
In de arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordigers wordt een concurrentiebeding als onbestaande beschouwd wanneer het jaarlijks niet te boven gaat.
In de andere overeenkomsten kan een concurrentiebeding Ingelast worden onder volgende voorwaarden:
- het heeft betrekking op soortgelijke activiteiten,
- het reikt niet verder dan twaalf maanden
- het is beperkt tot het gebied waarbinnen de handelsvertegenwoordiger zijn activiteiten uitoefent.

Het concurrentiebeding moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden opgesteld.
Het concurrentiebeding heeft geen uitwerking wanneer de overeenkomst eindigt tijdens de proeftijd of wanneer, na de proeftijd de overeenkomst beëindigd wordt door de werkgever zonder dringende reden of door de handelsvertegenwoordiger om een dringende reden.
In tegenstelling tot de regeling voor arbeiders en bedienden wordt t.a.v. de handelsvertegenwoordiger niet voorzien in een compensatoire vergoeding door de werkgever te betalen bij toepassing van het concurrentiebeding.
Wanneer de handelsvertegenwoordiger het concurrentiebeding schendt zal hij een vergoeding moeten betalen aan zijn gewezen werkgever. De partijen kunnen hiervoor een forfaitaire vergoeding bedingen in de overeenkomst. Dit forfait kan ten hoogste een som zijn, gelijk aan drie maanden loon. De werkgever kan een hogere vergoeding eisen, maar dan heeft hij de bewijslast voor de omvang van het geleden nadeel.

4. Het delcredere beding.
Zoals hoger vermeld is het de taak van een handelsvertegenwoordiger om cliënteel op te sporen in naam en voor rekening van zijn werkgever. Wanneer de klant achteraf in gebreke blijft met de betaling of de uitvoering van zijn overeenkomst met de werkgever, kan de handelsvertegenwoordiger hiervoor in principe niet aansprakelijk gesteld worden, tenzij in geval van zware fout of van bedrog.
Nochtans kan de arbeidsovereenkomst hiervan schriftelijk afwijken en bedingen dat de handelsvertegenwoordiger zal instaan voor de solvabiliteit van de cliënt die hij aanbrengt.
Een dergelijk beding is een delcrederebeding.
Ten aanzien van handelsvertegenwoordigers kan een delcrederebeding enkel uitwerking hebben tot beloop van een som gelijk aan het commissieloon dat verband houdt met de onverhaalbare vorderingen ten laste van de klant.

5. Nietige bedingen.
Sommige bedingen, al zijn ze bij arbeidsovereenkomst aangegaan, zijn krachtens de wet op de arbeidsovereenkomsten nietig.
Het betreft volgende bedingen :
- het beding waarbij de werkgever zich het recht voorbehoudt om de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen.
- de wijze van formuleren van het beding, doet niet ter zake. Zo is een beding dat de werkgever de bevoegdheid verleent om een tuchtstraf op te leggen waarbij voorwaarden van de overeenkomst warden gewijzigd nietig, als in strijd met de hierboven geponeerde regel.
- het beding waarbij wordt bepaald dat het huwelijk, het moederschap of het bereiken van de wettelijke of conventionele pensioengerechtigde leeftijd een einde maken aan de overeenkomst.

Het beëindigen van de arbeidsovereenkomst ingevolge huwelijk kan wel mits
inachtname van een opzeggingstermijn of met betaling van een opzeggingsvergoeding.
Evenzo voor de werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd bereikt,
waar zelfs voor de bediende een bijzondere regeling van korte opzeggingstermijnen voorzien is.

Het beëindigen van de arbeidsovereenkomst enkel ingevolge moederschap, zelfs na de beschermingsperiode, en mits het naleven van een opzeggingstermijn, doet wel vragen oproepen naar een gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
het beding waarbij de werkgever ertoe gemachtigd wordt de arbeidsovereenkomst zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn te beëindigend wanneer beslag gelegd is op het loon van de werknemer ten gevolge van een kredietovereenkomst bepaald door de wet van 12.6.1991 op het consumentenkrediet.